Een interview met Daan en Twan, twee broers die uitkomen voor DVC’26 1
Kunnen jullie je even voorstellen?
Ik ben Daan Boekhorst, 19 jaar. Ik studeer aan de HAN/Arnhem Finance Taks Advice (FTA), ik ben gek op feestjes en ik zal niet weggaan uit Didam.
Ik ben Twan Boekhorst, 16 jaar. Ik volg op het Graafschap College de opleiding Bedrijfsadministratie. Daarna wil ik graag nog een HBO-opleiding doen. Net als mijn broer hou ik van feesten en gezelligheid!
Jullie voetbalcarrière is niet helemaal gelijk opgegaan. Daan, hoe was die van jou? En van jou, Twan?
Daan: Ik heb altijd bij DVC’26 in de jeugd gevoetbald. Bij Vitesse en De Graafschap heb ik een tijdje meegetraind, maar daar is het bij gebleven. Ik speelde wel in het Districtsteam van de KNVB. Het liefst speel ik voorin of vanuit het midden. Ik ben aanvallend ingesteld. In 2018 werd ik met de A1 kampioen. Dat was een super ervaring!
Twan: Vanaf de E ben ik naar De Graafschap gegaan. Tot in de B. Na 5 jaar ben ik teruggegaan naar DVC’26, omdat ik mijn vrienden miste. Eerst kwam ik in de B1. Een half jaar later, na een gesprek met Jan en Fabian, speelde ik in de A1 en werden we kampioen. Dat was heel mooi. Nu, weer een half jaar verder, speel ik in het eerste. Bij mijn broer.
Twan, je zegt dat je je vrienden miste en daarom terugging naar DVC’26. Mis je het niveau van De Graafschap niet?
Nee, dat mis ik niet, want in de A1 speelde ik al op een hoger niveau en nu bij het eerste speel ik met senioren en daar word ik ook beter van. Ik heb dus geen spijt van mijn beslissing.
Daan, hoe is het om met je broer in het 1e te spelen?
Dat is heel fijn. We snappen elkaar, ook in het voetbal. We weten elkaar te vinden en met Twan als linksmid in de rugdekking, speelt het een stuk makkelijker.
Jullie komen uit een echte voetbalfamilie? Hoe vinden jullie dat? Welke invloed heeft dit op jullie (gehad)?
Dat heeft veel invloed gehad. Van kleins af aan in de tuin voetballen. En nu nog steeds onder het eten praten over voetbal. We leerden ook door te zetten en ons niet af te melden als we eens geen zin hadden: gewoon gaan! Ook waren onze ouders er altijd als we een wedstrijd hadden. Zo steunen ze ons nog steeds. En ze zijn altijd realistisch en geven goede feedback.
Jullie hebben ook onder Renato, jullie vader getraind. Hoe was dat? Wat hebben jullie van hem opgestoken?
Twan: Ik heb hem maar een half jaar als trainer gehad.
Daan: Ik heb mijn vader meerdere seizoenen als trainer meegemaakt. Soms omdat het niet anders kon. Het is wel wennen, want zeg je papa of trainer? En ook moeilijk als anderen commentaar op hem hebben. Hij is wel een goede trainer en ik leerde veel van hem. Maar liever niet meer als trainer. (Sorry, papa.)
Opa Theo Christant, oma Mimi waren eerder, en jullie ouders en tante Eugenie zijn actief bij DVC’26 betrokken. Ook als vrijwilligers. Zijn zij voorbeelden voor jullie? Leg eens uit waarom. En doen jullie zelf ook iets bij de club, behalve voetballen?
Opa kennen we vooral uit de verhalen. Wat indruk maakt op ons, is dat hij ondanks zijn ziekte en zware beperkingen altijd optimistisch was. Wij vinden mooi wat de familie allemaal doet, maar wij voetballen gewoon en sponsoren de kantine. 😊
Bij het eerste elftal heeft een trainerswissel plaatsgevonden. Hoe hebben jullie die ervaren? Hoe vinden jullie de nieuwe situatie? Hoe zien jullie de rest van het seizoen tegemoet?
Wij kunnen goed uit de voeten met de nieuwe situatie. Edwin Hoogerdijk is begaan met de spelers, de communicatie is meer direct en duidelijk en de samenwerking met Jan Lammers, die als assistent-trainer een eigen inbreng heeft, loopt soepel. Jan levert bijvoorbeeld veel informatie over de tegenstander, waardoor we scherper het veld ingaan. We hebben inmiddels twee keer gewonnen. Er is een stijgende lijn. Dat komt de sfeer ten goede, ook in de derde helft: we gaan nu na de wedstrijd met z’n allen de kantine in.
In de selectie loopt veel jong talent. Als ik goed ben geïnformeerd: 1 B-speler (jij, Twan), 2 A-spelers (waaronder de keeper) en 4 eerstejaars senioren (Daan). Trainer Edwin Hoogerdijk zegt: “Wij horen in de 2e klasse.” Hoe zien jullie de toekomst van jullie jeugdige eerste elftal?
Ja, we zijn het met Edwin eens. En ja, er zijn veel jonge spelers. Het is wennen aan het volwassen spel. Fijn dat de jeugd de kans krijgt bij DVC’26 en kan doorstromen. Ook goed als er duidelijk over de plannen wordt gecommuniceerd. Zo kunnen jonge spelers groeien.
Daan wat zijn de kwaliteiten en leerpunten van Twan? En andersom: Twan, wat zijn de sterke punten van Daan en waaraan moet hij nog werken, vind jij?
Daan: Twan is sterk aan de bal, hij lijdt weinig balverlies, kan goed versnellen en erlangs, hij is niet bang voor een duel ook al is de man 2 meter en 90 kg. Leerpunten: rustiger zijn in de buurt van de goal en beter leren omgaan met kritiek.
Twan: Daan is snel, sterk, hij gebruikt zijn lichaam goed, kan goed koppen. In de A1 scoorde hij de meeste doelpunten. Leerpunten: vooral mentaal, Daan is soms wat laks. Hij is sfeergevoelig, dat werkt soms door in zijn instelling. Bijvoorbeeld: bij de A1 liep het op rolletjes, goede sfeer, we werden kampioen. De overgang naar de senioren viel tegen, daar kon ik niet direct mee omgaan.
Wat vinden jullie goed bij DVC’26 en welke punten mogen meer aandacht krijgen, volgens jullie?
Goed dat de jeugd kans krijgt om stage te lopen bij een hoger elftal, zoals het eerste of tweede. De randvoorwaarden voor het eerste zijn goed: een bus voor uitwedstrijden, soep bij de bespreking, kleding.
Ook goed dat de oudere jeugd jongere spelers traint, zoals Jarno Könning (2e), Tom van Raaij (A1), Dave Nova (1e) en Ruben Chin (1e/2e) doen.
Wat beter kan: meer gezelligheid op de club en weer meer supporters naar DVC’26. We hopen dat we met betere prestaties weer supporters kunnen aantrekken en binden.
Is er nog iets wat jullie hier graag kwijt willen?
Ja, dat we ons dit jaar in de tweede klasse handhaven, zonder nacompetitie!
Daan en Twan, bedankt voor dit gezellige en open interview!