Een interview met Wim van Zeist, de nieuwe hoofd jeugdopleiding bij DVC’26

1. Wim, stel je even kort voor.
Mijn naam is Wim van Zeist. Ik ben 60 jaar. Mijn loopbaan als trainer ben ik begonnen bij De Graafschap. Ik heb daar twintig jaar gewerkt in veel verschillende functies: techniektrainer, vijf jaar hoofdopleidingen, trainer/coach C1-jeugd (heden JO15-jeugd), A-jeugd (heden JO19-jeugd), trainer/coach tweede elftal, coördinator onderbouw, jeugd- en seniorenscouting, wedstrijdanalist eerste elftal, assistent-trainer eerste elftal. Daarna heb ik een jaar gewerkt in de Red Bull Ghana Academy in de functies trainer/coach JO13-1 team en assistent-trainer 1e elftal.

Terug in Nederland heb ik als coördinator onderbouw bij FC Winterswijk gewerkt. Die functie heb ik gecombineerd met het assistent-trainerschap bij RKC Waalwijk. Daarna ben ik hoofdopleidingen geworden bij FC Winterswijk.

2. Op internet staat ‘Ze zeggen dat ik een vakidioot ben’. Wat vind je zelf?
Dat klopt denk ik wel. Op alle facetten wilde ik mij altijd ontwikkelen en in de techniektrainingen heb ik mij gespecialiseerd. Veertig jaar geleden heb ik aan de Wiel Coerver-voetbalkampen meegedaan en toen zijn mijn ogen opengegaan. Zijn visie op techniektraining vond ik een verrijking voor het voetbal, met name voor het jeugdvoetbal en voor mijzelf.

De techniektrainingen heb ik doorontwikkeld, maar ook de andere facetten: positiespelen, partijspelen, speelwijzeontwikkeling en het fysieke onderdeel van het voetbal. Vroeger, toen Johan Cruijff trainer/coach was van FC Barcelona, nam ik alle wedstrijden op en keek ze terug. Dan analyseerde ik de balaannames en passing van de spelers en de tactische facetten, bijvoorbeeld de veldbezetting, omschakelen, het druk op de bal zetten, etc. Later deed ik dat toen Guardiola trainer werd van FC Barcelona. Het voetbal dat FC Barcelona speelde, sprak mij enorm aan: bijna alles op techniek en balbezit als uitgangspunt. Ik vind het jammer dat ik het materiaal niet meer heb…

Door veel wedstrijden en trainingen te analyseren en me daarin te verdiepen én veel vaklitteratuur te lezen, blijf ik me ontwikkelen. Als je zo met voetbal bezig bent, ontwikkel je een eigen voetbalvisie. Verder verdiep ik mij ook in voetbalorganisaties: hoe een structuur eruit moet zien en organisatorisch en technisch beleid. Je bent nooit uitgeleerd, je ziet steeds weer nieuwe dingen.

3. Hoe ben je bij DVC’26 verzeild geraakt?
Door Sjoerd Ars ben ik bij DVC ’26 terechtgekomen en heb toen een gesprek gehad met Bas Strijbosch. Op zondagmorgen heb ik vervolgens train-de-trainer trainingen gegeven voor de trainers van de onderbouw. Vorig seizoen ben ik benaderd door Bjorn Aaldering en Sander Scheerder. Zij hebben mij uitgenodigd voor een gesprek en in het gesprek werd mij duidelijk dat Bjorn en Sander stappen met de club willen maken in de ontwikkeling. In de daaropvolgende bijeenkomst met het bestuur heb ik een presentatie gegeven, waarin ik mijn beeldvorming en visie heb gegeven over hoe we de jeugdopleiding zouden kunnen organiseren. Het bestuur vond het een goed plan om de jeugdopleiding in stappen weg te zetten.

4. Wat is je belangrijkste doel bij DVC’26? Welke opdracht heb je gekregen?
De doelstelling is om de structuur vorm te geven in de bovenbouw, middenbouw onderbouw – prestatief en breedtesport – mini’s, meidenafdeling en de interne keeperschool. We gaan dat in stappen doen. Het aankomende seizoen beginnen we met de onderbouw en het plan is om met de interne keeperschool te starten.

5. Wat zijn jouw ervaringen tot nu toe met en bij DVC’26?
Ik had al een beetje een beeld van DVC ’26, omdat ik op zondagmorgen train-de-trainer trainingen heb gegeven. Nu heb ik met meer mensen binnen de club kennis gemaakt. De bijeenkomsten en vergaderingen die ik heb gehad met de TC’ers en OC’ers heb ik als prettig ervaren.

6. Hoe zie je de samenwerking met de verschillende jeugdtrainers?
Tijdens de train-de-trainer trainingen op zondagmorgen is er al een samenwerking ontstaan. Ik zag, tijdens de presentatie – die ik heb gegeven aan de trainers voor het aankomende seizoen – veel dezelfde trainers die het aankomende seizoen ook trainer zijn. De doelstelling is om de onderbouw – prestatief en breedtesport – vorm te geven in structuur en organisatie. Elke hoofdtrainer krijgt een map die bij dat team hoort met daarin het technisch beleidsplan en oefenstof die afgestemd is op leeftijdscategorie en niveau van het team. De TC’ers zullen de hoofdtrainer bij de uitvoering ondersteunen. Ook zal er een regelmatig technisch overleg in de jaarplanning worden opgenomen.

7. Hoe organiseer je de (onderlinge) communicatie?
Een goede communicatie is de basis van een goed functionerende vereniging, denk ik, en dat is een grote uitdaging. Maar je kunt in mijn visie alleen goed communiceren als er een duidelijke en goede structuur staat met een helder en duidelijk organisatorisch en technisch beleid met een strakke jaarplanning. Doelstelling is om binnen de jaarplanning regelmatig met de mensen die een functie uitvoeren (TC’ers, OC’ers, hoofdtrainers, leiders) overlegmomenten in te plannen.

8. Welke leeftijdsgroep van voetballers spreekt jou het meeste aan en waarom?
Voor mij zijn ze allemaal interessant. Iedere leeftijd en ieder niveau heeft zijn eigen uitdagingen. De aanpak voor de onderbouw (O8-O9-O10-O11-teams) noemen we het basisplan. Daar wordt op kleine veldjes getraind en zaterdags op kleine veldjes gevoetbald. Bij de middenbouw (O13-O15-teams) noemen we dit het ontwikkelingsplan waar spelers 11 tegen 11 spelen. In de bovenbouw (O17-O19-teams) heet dit het wedstrijdplan. Ook de mini’s en de interne keeperschool vallen onder de nieuwe aanpak.

Het aankomende seizoen hebben we in de middenbouw nog O12-teams die ook 8 tegen 8 spelen op kleinere velden in dezelfde speelwijze als de O11-teams.

9. Wanneer ben je op sportpark De Nevelhorst te vinden en hoe bereikbaar ben je?
Maandag en woensdag en op zaterdag een dagdeel. Ook op vrijdag en zondag zal ik af en toe aanwezig zijn. Ik ben altijd (telefonisch) bereikbaar voor wie me nodig heeft.

10. Wat zijn je sterke en zwakke punten?
Mijn zwakke punt is dat ik alles te snel wil en dat het in detail altijd perfect moet zijn. Over sterke punten van mijzelf praten doe ik niet graag. Zelf denk ik dat mijn expertise en ervaring die ik in al die jaren in het voetbal heb ontwikkeld, mijn sterke punten zijn. En ik ga graag de uitdagingen aan om er samen met heel veel mensen iets moois van te maken.

Wim van Zeist in actie

clubshop_cta
speedsoccer_cta
app_cta